Het aantal incidenten van ‘zelfdestructief gedrag’ onder jonge asielzoekers nam de afgelopen jaren schrikbarend toe. Vooral asielkinderen die zonder begeleiding naar Nederland zijn gereisd, kampen met bovengemiddeld vaak stress, trauma en suïcidale gedachten. Adequate hulp ontbreekt, signaleren jeugdartsen en therapeuten. ‘De wil is er, maar de middelen zijn er gewoon niet’.

Het is een beeld dat jeugdarts Nelleke de Kom nooit meer heeft verlaten. De jonge Afghaanse asielzoeker die ze in 2016 ontmoette in AZC De Doggershoek in Den Helder. De Kom is dan net als jeugdarts van de GGD aangesteld om vroegtijdig fysieke of mentale problemen te signaleren. In de Doggershoek werkt ze veel met Afghaanse kinderen - meestal jongens - die uitgeprocedeerd zijn en op het punt staan om achttien te worden. Die stap naar volwassenheid is cruciaal, benadrukt De Kom. Ze verliezen namelijk de automatische bescherming die de Nederlandse staat aan vluchtelingenkinderen moet bieden. Kinderen hebben altijd recht op onderdak, onderwijs en gezondheidszorg. Eenmaal volwassen verliezen ze die rechten. De stress die daarmee gepaard gaat, wordt sommige jongeren teveel. ‘Eén van die Afghaanse jongens had in een ander asielzoekerscentrum gewoond. Op een dag kwam hij zijn kamer binnen en zag dat zijn kamergenoot zich had verhangen.'

Het is geen geïsoleerd geval. Van de ongeveer 30 kinderen die De Kom zag in het jaar dat ze in De Doggershoek werkte, waren er zeker vier suïcidaal. ‘Er zitten gradaties in, maar de kinderen waarvan wij het echt wisten; die dat uitspraken, plannen hadden gemaakt of zelfs al een poging hadden gedaan, kende ik er vier.’

Formeel gezien hebben de jongeren – net als hun Nederlandse leeftijdsgenoten – recht op geestelijke gezondheidszorg. De praktijk is weerbarstiger, zeggen De Kom en meer dan tien hulpverleners en mentoren met wie Argos en Small Stream Media voor het dossier Lost in Europe de afgelopen periode spraken. Het systeem is verbrokkeld, vinden ze, en de samenwerking tussen partijen die verantwoordelijk zijn voor de zorg verloopt stroef. Zorgverleners zien zich regelmatig geconfronteerd met een dilemma. Veel kinderen hebben psychische hulp nodig, maar voor een psychische behandeling is het belangrijk dat iemand in een veilige omgeving is en in een stabiele situatie. Compleet het tegenovergestelde van de situatie waarin de alleenstaande kinderen – amv’s in ambtenarentermen – zich bevinden. De Kom: ‘Ze woonden in een AZC, hadden geen toekomstperspectief met een dreiging om uitgezet te worden. Ja wat doe je dan? Daar hebben we erg mee geworsteld.’

‘Mijn gevoel is weg’

In haar tijd in De Doggershoek verwees jeugdarts De Kom bij een urgente süicidedreiging door naar het centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Triversum. Ze riep ook de hulp in van Hans Loeff, sociaal- psychiatrisch verpleegkundige op het AZC. De toestroom van alleenstaande kinderen was in 2015 dermate groot, dat de bevlogen Loeff terugkeerde van zijn pensioen.

Ook hij werkte vooral met Afghaanse jongens, die - zo viel hem op - veel ‘zelfbeschadigend gedrag’ vertoonden: zichzelf snijden of moedwillig voor auto’s lopen. ‘Ik vroeg ze: waarom doe je dat?’ Als antwoord kreeg je dan vaak: ‘Mijn gevoel is weg. Ik ben mijn gevoel kwijt. Ik wil weer iets voelen.’ Hoe langer hij met de jongeren werkt, hoe meer hij zicht krijgt op hun onderliggende trauma’s. In de gesprekken valt ook de term bacha bazi. ‘Ik had er nog nooit van gehoord. In het begin zeiden ze er ook niets over. Naar mate ze mij begonnen te vertrouwen kreeg ik steeds meer kinderen die erover durfden te vertellen.’

Bacha Bazi

Bacha bazi is een term die in delen van Afghanistan en Pakistan wordt gebruikt voor ‘spelende jongens’. Jongens van nog geen tien jaar worden gedwongen zich te kleden als meisje of vrouw om te dansen voor een publiek van oude en vaak rijke mannen. Het is een vorm van seksuele slavernij. De jongens worden gekidnapt of gekocht van hun familie en worden behandeld als eigendom van rijke oude mannen, die hen vaak ook seksueel misbruiken. De traditie is al honderden jaren oud en kwam voornamelijk voor op het platteland van Afghanistan. Onder het Taliban-regime was bacha bazi verboden, maar na de Amerikaanse inval in Afghanistan en de omverwerping van de Taliban in 2001 kwam dit gebruik weer terug.

Loeff pakt een klein zwart apparaat en legt zijn duim erop. ‘Afghaanse kinderen zijn heel erg beleefd en terughoudend over wat ze hebben meegemaakt. Via een omweg kun je praten over bacha bazi.’ Die omweg is de zogeheten Heartmath-therapie. Met hun duim op het zwarte apparaatje krijgen de jongeren tijdens een therapiesessie te zien hoe hoog hun hartslag is. Een rood lampje is een signaal voor stress, blauw is neutraal en groen is ontspannen. Door ademhalingsoefeningen leren de jongeren om hun emoties te reguleren. Voor de therapeut is het een manier om tijdens de gesprekken in beeld te krijgen met welke trauma’s de jongeren kampen.

Loeff: ‘Ik vroeg bijvoorbeeld: ‘Wat heb je nou bij die strijdgroep meegemaakt?’ Pats springt dat ding op rood. ‘Nee, niks’, zeiden ze dan vaak. ‘Maar dit ding laat wel iets zien’, antwoorde ik dan. En pas dan kwamen de tranen. Ik had ze dan uit dat gordijn gehaald en dan konden ze ook niet meer terug.’

Twijfel aan vluchtverhaal

Loeff weet zo veel meer uit de jongeren te halen dan ze eerder hebben prijsgegeven aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die uiteindelijk het oordeel velt of een jongere kan blijven of terug moet keren naar het land van herkomst. Loeff: ‘Ze zijn vaak bang om te vertellen wat hen is overkomen, omdat ze denken dat de IND of een tolk die informatie zou kunnen doorspelen aan de overheid in het land waar ze vandaan komen.’

Het is een ervaring die ook andere artsen en therapeuten onderschrijven. Veel van de alleenstaande jongeren kunnen niet consistent en coherent vertellen over wat hen is overkomen. Trauma en stress kunnen ervoor zorgen dat kinderen een warrig verhaal vertellen, dat de IND doet twijfelen over de reden van hun vlucht naar Nederland. De permanente onzekerheid over hun verblijfstatus maakt het moeilijk om hun adequate hulp te bieden. Loeff: ‘Het was vaak niet verstandig om door te verwijzen. Vaak waren ze nog in twijfel of ze mochten blijven of werden ze naar een andere locatie overgezet. Dan had ik goed contact met mijn cliënt en dan was die in één keer weg. Dan had het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, red) hem weer overgeplaatst of moest hij weer terug naar Ter Apel. Dan was het aan de Dienst Terugkeer en Vertrek en daar heb je geen contact mee.’

De reis van Khalaf

Het is niet de eerste keer dat deskundigen hun zorgen uiten over de beoordeling van jonge asielzoekers. Eerder in dit dossier portretteerde Argos de Soedanese jongen Khalaf, die als tiener alleen de gevaarlijke reis naar Europa maakte. Ook zijn asielaanvraag werd afgewezen, omdat de IND twijfelde aan zijn vluchtverhaal. Pas na nader onderzoek werd duidelijk dat stress daarbij een rol speelde. Extra complicerend is dat hij er zelf niet bewust van was, vertelde gezondheidspsycholoog Heleen Koppelaar. ‘Bij vluchtelingen vanuit een andere cultuur en een ander land zijn klachten van angst of paniek best lastig te aanvaarden. ‘Als ik daaraan toegeef, dan ben ik misschien wel gek.’ Dus ik denk dat Khalaf in het begin ook wel veel heeft weggestopt (..) dat het lastig is om überhaupt te mogen nadenken over: ‘maar misschien heb ik wel last van wat ik heb meegemaakt.’

Luister hier naar de reportage die we maakten over de reis van Khalaf. 

Situatie niet verbeterd

Is de situatie sinds 2017, de periode dat Loeff en jeugdarts De Kom in AZC de Doggershoek werkzaam waren, verbeterd? ‘Nee’, antwoord De Kom resoluut. In 2017 zwaaide ze af na een bezuinigingsronde, maar sinds 2020 werkt ze weer op een AZC. ‘Als ik voor mijzelf en de jeugdgezondheidszorg kan spreken dan is wat wij deze jongeren kunnen bieden als eerste stap het goed in kaart brengen van wat er speelt bij deze jongeren. Dat is tot heden nog niet gelukt. Daar zijn wij niet in geslaagd. De wil is er, maar de middelen zijn er gewoon niet.’

Loeff is sinds kort echt met pensioen. Hij blikt gefrustreerd terug op zijn laatste periode, waarin niet alleen lange wachtlijsten een drempel vormen, ook de toegang zelf is onoverzichtelijk voor alleenstaande asielzoekers. ‘Het is nu zo geregeld dat gemeenten bepalen waar de jeugd naartoe moet voor GGZ-hulp. Zij kopen dat in en ik denk dat dit gewoon slecht geregeld is. Die kinderen kregen bijvoorbeeld allemaal formulieren toegestuurd in het Nederlands, die ze moesten invullen om hulp te krijgen. Ja, dan kwamen ze allemaal bij mij, maar eigenlijk kon ik dat niet doen. Ik zou dan geen tijd meer hebben om ze allemaal te spreken.’

Reacties

IND
In een reactie op deze reeks artikelen laat een woordvoerder van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) weten begrip te hebben voor de zorgen die hulpverleners uiten. ‘Elk geval van, of poging tot, suicide is er een teveel. Ik vind het dan ook erg belangrijk dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) zich te allen tijde in een veilige omgeving kunnen begeven en dat ze waar nodig de juiste zorg krijgen.’ Sinds drie jaar is preventieve groeps-GGZ toegevoegd aan het bestaande palet aan zorg- en ondersteuning, om jongeren te helpen om te gaan met hun psychische problematiek. ‘Helaas heeft corona ervoor gezorgd dat veel van de trainingen op locatie geen doorgang konden vinden.’

In de reactie gaat de IND niet in op de moeizame overdracht tussen de partijen die verantwoordelijk zijn voor de geestelijke gezondheid van alleenstaande asielkinderen. Dat er onvoldoende aandacht is voor stress en trauma tijdens hun asielprocedure, weerspreekt de IND. Alleenstaande asielkinderen krijgen een voogd toegewezen van Nidos, die tijdens de procedure kan ondersteunen en van tevoren vindt een medisch advies plaats ‘om vast te stellen of de amv in staat is gehoord te worden over zijn asielmotieven’.

De woordvoerder voegt daaraan toe: ‘IND-medewerkers die alleenstaande minderjarige vreemdelingen horen zijn opgeleid om kinderen te horen en bepaalde kwetsbaarheden te onderkennen. Bij het beslissen op asielaanvragen van amv wordt altijd rekening gehouden met de leeftijd, de ontwikkeling en de cultuur van de amv. Ook de bevindingen van de medisch adviseur en hetgeen Nidos en de advocaat van de amv naar voren brengen tijdens de procedure, worden meegenomen in de beslissing op de asielaanvraag.’

Lees hier de volledige reactie van de IND

Nidos
Bij Nidos geven ze aan grote zorgen te hebben over stress bij jongeren. ‘Er zijn verschillende redenen voor stress,’ legt Catelijne Sillevis, hoofd afdeling gedragswetenschappers bij Nidos uit. ’Ten eerste, wat betekent het om vluchteling of migrant te zijn? En dat na alles wat je hebt meegemaakt je nu nog steeds in een lastige situatie zit? Daarnaast speelt de culturele achtergrond van de jongeren soms een grote rol bij het wel of niet aansluiten van de hulp. Ook het onderwijsniveau kan een rol spelen. Niet iedereen heeft onderwijs genoten. Verder maakt het ook uit hoe zij zelf kijken naar hoe de klachten opgelost kunnen worden. Een andere belangrijke reden is dat traumahulpverlening eigenlijk altijd start in een situatie van rust. Dat is voor deze doelgroep, en zeker voor diegene die geen perspectief hebben in Nederland, een onmogelijk uitgangspunt. Als laatste, het omgaan met het gebrek aan perspectief of onzeker perspectief is voor de reguliere hulp een hele ingewikkelde in het werken met deze jongeren. Er zijn gelukkig een aantal zeer goede, gespecialiseerde instanties in Nederland maar die zijn helaas niet toegankelijk voor alle jongeren.’

Tip ons

Ben je zelf een alleenstaand kind of ben je als alleenstaand kind naar Nederland gekomen en heb jij problemen gehad op het gebied van mentale gezondheid of ben je een hulpverlener of mentor die bekend is met deze problematiek? Dan komen wij graag in contact met je. Deel jouw verhaal met ons info@lostineurope.org t.a.v. Qali Nur of https://tip.lostineurope.org/#/

 

Praten over zelfmoordgedachten kan 24/7 via 113 of 0800-0113 en de chat op 113.nl

Zorg

6 items

We worden ouder en blijven langer gezond, mede dankzij snelle ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Maar wat gebeurt er achter de deuren van het laboratorium en de boardrooms? Wie profiteert er feitelijk van de vooruitgang en wie trekt aan het kortste eind?

Dossier