‘Wie luistert er nou nog naar de rating agencies? Ze zitten er al twintig jaar naast,’ aldus vrijemarktprofeet Jim Rogers in onze Agenda van 2012. Maar zijn scepsis lijkt niet gedeeld te worden: in de financiële wereld luistert iedereen nog steeds naar de grote kredietbeoordelaars Fitch, Moody’s en S&P’s.

Wat voor diensten hebben deze zelfbenoemde 'agentschappen' ons nou zoal bewezen? Enron, Worldcom, MF Global, Bear Sterns... de rating agencies wisten niet te waarschuwen voor hun val. De opstelling van de rating agencies bij een viertal opmerkelijke oordelen: Lehman, België, Griekenland en de VS.

Lehman Brothers

Op 15 september 2008 vraagt de Amerikaanse bank Lehman Brothers faillissement aan. Met aandelen van een totaalwaarde van 640 miljard dollar, is het duurste failliet in de Amerikaanse geschiedenis een feit. Amerikaanse indexen ervaren de grootste val sinds 11 september 2001. Op het moment van het bankroet staat Lehman bij alle grote rating agencies nog genoteerd als minstens AA ofwel investment grade, de beoordeling waarmee gezonde beleggingen worden aangeduid.
Een jaar later vraagt een Congreslid tijdens een hoorzitting aan een bestuurder van Moody's of de verantwoordelijke analisten wel zijn ontslagen. Nee, luidt het antwoord: de beoordeling van Lehman was 'voor een belangrijk deel' gebaseerd op een overheidsrapport.

Griekenland

De opstelling van de rating agencies tegenover de Griekse staatsfinanciën heeft veel kritiek teweeggebracht.
Halverwege de jaren ’90 kent Griekenland een zwakke kredietwaardigheid. Dan sluit het zich aan bij de euro. De ratings schieten omhoog, en in slechts een paar jaar zakt de rente op 10-jarige staatsobligaties van 15 naar 5 procent.
Wanneer het land in 2004 toegeeft te hebben gesjoemeld om een toetreding tot de euro verzekeren, blijven reacties van de agencies achterwege – ze hechten veel waarde aan de Europese vastberadenheid om de eurozone bijeen te houden.
Critici menen dat een meer sceptische opstelling door de kredietbeoordelaars in dat stadium een grote preventieve kracht had kunnen hebben: een lagere rating betekent een hogere rente op staatsleningen, en daardoor zou de Griekse regering zich meer gedwongen voelen om pijnlijke maar noodzakelijke economische hervormingen door te voeren, in plaats van zorgeloos te blijven lenen.

In 2009 wordt Griekenland geplaagd door politieke onrust en financiële tegenslag. Investeerders maken zich zorgen, maar in december rapporteert Moody’s dat angsten over de Griekse korte termijnfinanciering ‘ongegrond’ zijn. Enkele weken later verlaagt Moody’s echter de Griekse kredietwaardigheid – na Fitch en S&P’s. De negatieve reactie van markt noopt de agencies tot een stroom van afwaarderingen: eerst voorzichtig, daarna steevast neerwaarts, tot de ‘junkstatus.’ Voormalig Moody’s topman David Levey: ‘Wanneer je een dergelijke hoeveelheid aan grote afwaarderingen ziet, is het redelijk om te stellen dat de ratings aanvankelijk al te optimistisch waren.’

Politieke impasse in België

Dat er aandachtig naar hun analyses wordt geluisterd, weten ook Fitch, Moody’s en S&P’s zelf. Dat blijkt in ieder geval uit de toenemend pro-actieve houding van de agencies tegenover hun klandizie. Niet alleen leveren ze kredietwaarderingen, ze nemen in toenemende mate een adviserende rol in omtrent noodzakelijke stappen voor financiële stabiliteit.
Een sprekend voorbeeld is de waarschuwing van Fitch en S&P’s aan België. In mei 2011 verklaart Fitch dat België ‘financiële hervormingen en discipline’ vereist, en dat daarvoor dringend behoefte is aan een regering. Fitch dreigt met afwaardering als politieke consensus uitblijft, en laat zich daarmee direct uit over een politieke aangelegenheid – op zijn minst opmerkelijk voor een bureau dat kredietwaardigheid beoordeelt.
 

Verlaging kredietwaardigheid VS

Op 5 augustus 2011 verlaagt S&P’s de Amerikaanse kredietwaardigheid van AAA naar AA+. Voor het eerst in de geschiedenis kent de VS niet meer de hoogst mogelijke beoordeling. De verlaging volgt vier dagen op de beslissing van het Congres om het Amerikaanse schuldenplafond te verhogen.

De reacties liegen er niet om. Zowel uit de bedrijfswereld als uit de politiek klinkt kritiek op S&P’s – iets wat de symbolische betekenis van de afwaardering weerspiegelt.
Bijna onmiddelijk na S&P’s persbericht brengt het Witte Huis naar buiten dat de afwaardering gebaseerd is op overhaaste en slordige berekeningen.
'De VS verdient een 'quadruple A-rating,' aldus de Amerikaanse miljardair Warren Buffett. Buffett is niet onder de indruk en benadrukt dat er geen recessie zal optreden.
De Chinese staatsmedia levert echter een pijnlijk commentaar waarin de VS tot orde wordt geroepen en geopteerd wordt voor een nieuwe wereldmunt, nu de dollar niet meer als meest stabiele munt kan doorgaan. Als grootste buitenlandse schuldeiser van de VS kan het land geen recht van spreken worden ontzegd.
Volgens TIME markeert de beslissing van S&P’s een ‘keerpunt voor de mondiale economie,’ die in zijn geheel op de Amerikaanse markt zou rusten.