De halve marathon: het lange interview door jonge radiomakers

Theo Loevendie

Tom Klaassen in gesprek met componist en musicus Theo Loevendie

De kenners in de krant noemen hem een buitenbeentje. Een laatbloeier. En volkomen authentiek. Iemand die ‘van alles aan elkaar knoopt’. Wars van het chique muzikale establishment. Eigenlijk moet hij sowieso niks weten van autoriteit, regels en trends, schrijven ze.

Hoe ziet de 87-jarige componist en musicus Theo Loevendie dat zelf? Zijn al die labels en typeringen voor hem geuzennamen of juist niet?

En is dat straatjochie dat opgroeide in een Amsterdamse volksbuurt nog terug te horen in de muziek?

In 90 minuten praat Tom Klaassen met Theo Loevendie over muziek, vrijheid, afkomst, bezetenheid, en haast.

'Ik ben erfelijk belast, dat is duidelijk.'

Theo Loevendie in De halve marathon over zijn muzikaliteit

Anderhalf uur lang praat Tom Klaassen met Theo Loevendie over de vele regels in de klassieke muziek en zijn toevlucht in de jazz en improvisatie. Het gaat over zijn jeugd in de Amsterdamse Kinkerbuurt, zijn biologische vader die verdween toen hij drie was, zijn moeder en zijn strenge stiefvader. Over de normen die heersten in de Kinkerbuurt in de jaren dertig en over de oorlog in de jaren veertig en de hongerwinter die hij meemaakte. Ze praten over zijn aanleg voor muziek en de leraar op de Montessorischool die dat stimuleerde. Over het conservatorium waar Theo op zijn negende naar toe ging voor een auditie die nooit plaatsvond en waar hij nog altijd spijt van heeft. Over de ongelijkheid tussen milieus en de inhaalslag die hij heeft gemaakt toen hij op zijn vijfentwintigste alsnog op het conservatorium terechtkwam. Het gaat over opera, Don Giovanni, Mozart, Haydn en Beethoven. En over God, Bach en Spinoza. Het gaat over een jazzstuk dat hij nu aan het componeren is en zijn sprongen tussen genres. Over hoe hij compositieles gaf en over het hebben van een oeuvre en zijn behoefte om niet in de herhaling te vallen. Loevendie praat over de ziekte aan zijn ogen, de haast die hij voelt, het jaar dat hij zich volkomen apathisch voelde en het mengen van jazz, bas, pizzicato en de stervende zwaan.

'Als ik maar even op een klarinet ging spelen toen ik zeventien was, begon 'ie te roepen: Ga werken!'.

Theo Loevendie in De halve marathon over zijn stiefvader

Via radioprogramma’s als De Avonden en Woord kwam de gesjeesde student Tom Klaassen op de redactie van VPRO's Vrije Geluiden terecht. Daar wijdt hij zich uit volle overtuiging aan een van zijn grote liefdes: muziek. Als het even kan wil hij elke dag iets nieuws horen, en bij zo’n club lukt dat meestal ook wel. Als ze tenminste niet druk bezig zijn met thee drinken of door elkaar heen schreeuwen. Tom presenteert in het weekend Vrije Geluiden zowel op Radio 4 als op het digitale themakanaal NPO Soul & Jazz. Verder maakt hij dingen voor de site, ontwikkelt hij nieuwe plannen en presenteert hij een concertserie in het Utrechtse TivoliVredenburg. In De halve marathon kan Tom een andere grote liefde botvieren. Eentje die je in muziekprogramma’s niet zo veel kwijt kunt: interviewen. 

Theo Loevendie (1930) heeft al op jonge leeftijd aanleg en belangstelling voor muziek. Maar opgroeiend in de Amsterdamse Kinkerbuurt is er weinig aandacht voor zijn muzikaliteit. Op de lagere school krijgt hij de kans om met diverse instrumenten kennis te maken. Een onderwijzer die Loevendies talent onderkent stuurt hem naar het conservatorium. Loevendie gaat daar samen met zijn moeder heen, maar ze voelen zich beiden niet op hun gemak en maken rechtsomkeert. Pas zestien jaar later meldt hij zich opnieuw bij het Amsterdams Conservatorium. In de tussentijd is hij succesvol muzikant in meerdere jazzformaties. Eenmaal op het conservatorium studeert Theo Loevendie klarinet, theorie en compositie. Van 1958 tot en met 1960 zendt de VARA een tweewekelijks muziekprogramma uit: Romance in Jazz. Loevendie is leider en arrangeur van het project dat een cross-over tussen jazz en klassieke muziek beoogt. Vervolgens maakt Loevendie als saxofonist en arrangeur deel uit van Boy’s Big Band van Boy Edgar. Als Boy Edgar in 1966 naar de Verenigde Staten vertrekt neemt Loevendie de leiding over. Onder eigen naam neemt Theo Loevendie in 1967 met zijn trio de lp Stairs op die later wordt bekroond met een Edison. In 1968 presenteert Loevendie zijn formatie Consort met een zodanige bezetting dat er geen artistieke belemmeringen meer zijn voor de uitvoering van zijn ideeën. Hij blijft jarenlang actief met de band, evenals met kleinere formaties. In 1969 gaat Loevendies eerste compositie voor orkest in premiere: Scaramuccia. In 1970 wordt hij hoofddocent compositie aan het Rotterdams Conservatorium. Loevendie heeft veel succes met zijn concerten waarin een brug wordt geslagen tussen gecomponeerde en geïmproviseerde muziek. Hij ontvangt vele prijzen voor zijn werk. Vanaf 1988 is Theo Loevendie docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij is de eerste componist die in 1988 de prestigieuze 3M Award ontvangt voor zijn oeuvre en vele verdiensten. Vanaf 1995 wordt Loevendie ook docent aan het Conservatorium van Amsterdam. Zijn opera’s worden wereldwijd uitgevoerd. In 2003 richt Theo Loevendie het multiculturele ensemble Ziggurat op. Dit ensemble bestaat uit een combinatie van westerse en niet-westerse instrumenten. In 2007 vindt hij de ‘operina’ uit; een kort muziektheaterwerk zonder veel decors of kostuums. Een mini-opera, tournee en een reünie van het Theo Loevendie Quartet later, werkt Loevendie in 2010 aan een opera-oratorium over de filosoof Spinoza. Onderwijl treedt hij ook op met zijn jazzformatie The Wellingtonians. De groepsnaam verwijst naar café Welling, het muziekcafé in Amsterdam, waar Theo Loevendie sinds 2012 meerdere keren per jaar jazzconcerten geeft. Op 11 oktober 2014 gaat de opera The Rise Of Spinoza in première in de Grote Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam. Diverse composities van Loevendie worden wereldwijd uitgevoerd door orkesten en kleinere ensembles, tot op de dag van vandaag. En tot op de dag van vandaag gaat Theo Loevendie door met componeren.