Hoe is dit idee ontstaan?
Tijl Verschuur (39): ‘Anderhalf jaar geleden heb ik mijn drie horecazaken in Nijmegen verkocht en ben ik gaan adviseren in de hospitality-wereld. Daar zag ik veel flexwerkers van nogal laag niveau. Mensen bij de ingang die met een dienblad met daarop een jus d’orange en een rode wijn staan te wachten tot het laatste glas van hun blad is gepakt. Horecastandbeelden. Daar viel zoveel te winnen in kwaliteit. Daarnaast zocht ik iets dat inkomsten zou kunnen genereren zonder dat ik daar lijfelijk bij aanwezig zou hoeven zijn. Ik dacht: hé, een app voor horecapersoneel. Er zijn mensen nodig en er is personeel. Ga maar matchen en vind elkaar in die app. Beide partijen kunnen elkaar daar over en weer raten en je pakt een marge op het uurtarief. Ik dacht: potverdomme, dát is een goed idee. En het ís een goed idee.’
Waarom?
‘Als je nu belt naar een horeca-uitzendbureau zijn er van de twintig mensen die je uitvraagt vijf goed, tien middelmatig en vijf niet zo goed. Als opdrachtgever wil je twintig goede en zelf kiezen wie tegen welk tarief voor je komt werken. En ook dat bewezen is dat iemand kan bladlopen, kennis heeft van speciaalbier of barista is. Daar heb ik de app James voor ontwikkeld.’
Hoe werkt die?
‘De opdrachtgever zet een opdracht uit. Die heeft twee mensen nodig. Een barman met verstand van speciaalbier en een ober voor het terras. Dan gaat de app filteren. Iedere medewerker mag reageren op de vacature, maar als er geen aantoonbare kennis is over speciaalbier plopt direct een examen over speciaalbier op. Vijftien vragen die je alleen goed kunt beantwoorden als je er echt mee gewerkt hebt. Hij zet de opdracht uit voor een minimumtarief van zeventien euro en het maximum bepaalt hij zelf. James pakt een vaste fee, een percentage over het uurtarief. Heel transparant. Als de medewerker aan zijn dienst begint, klokt hij in met James en na afloop klokt hij weer uit. Op dat moment krijgen beide partijen een bericht. Jullie hebben met elkaar gewerkt. Wat vond je ervan? De medewerker mag vijf sterren verdelen over onder meer ontvangst, beleving, teamspirit en begeleiding van de werkgever. Die op zijn beurt inventiviteit, flexibiliteit, enthousiasme en uitstraling beoordeelt. Alles wordt automatisch doorgestuurd en de uren worden uitbetaald. Iedereen blij.’
En de klant?
‘De gast houdt wat hij heeft. Ik kom uit de horeca en ben bekend met het feit dat ik door iedereen beoordeeld werd. In Iens, allerlei eet-apps, noem maar op. Altijd wordt er op ongezouten wijze van alles over ons gezegd. Niet altijd leuk en het kan best pijnlijk zijn als iemand een slechte recensie over je zaak schrijft of je volledig afzeikt, maar het zijn wel leermomenten. Elke klacht is een cadeautje. In mijn zaken werkten veel studenten. Die hadden allemaal tegelijk tentamenperiodes en dan konden ze niet werken. Heb je een probleem. Daarna wilden ze allemaal tegelijk werken. Weer een probleem, want dan heb je niet genoeg werk. Gooi de mensen in James, spreek vaste dagen met hen af en haal ze uit James als ze tentamens hebben.’
Als het slaagt is het een goudmijn.
‘Het kan financieel interessant zijn. Als de markt hiermee wordt geholpen zou het helemaal te gek zijn, want ik draag de hospitality-wereld een warm hart toe.’
Dit systeem lijkt ook buiten de horeca toepasbaar.
‘Er zijn wel initiatieven die hier op lijken, bijvoorbeeld voor klusbedrijven. In de zorg of het onderwijs kan het ook werken. Daar heb je ook veel te maken met invallers. Noem je het Teach-in plaats van James.’
Het is gewoon matchen.
‘Ja, maar wel met oog voor kwaliteit. Bij een uitzendbureau kost een gewone barman twintig euro per uur en eentje die kan tappen en om zich heen kan kijken 24 euro. Bij ons gaat het leeuwendeel naar de medewerker en wij pakken nog steeds een percentage op het uurtarief.’
James is slecht nieuws voor uitzendbureaus.
‘De markt verandert toch. Het levert een vluchtigere personeelswereld op.’
Vluchtiger?
‘Ja, zoals in: iemand werkt vandaag bij mij, maar morgen elders. Daardoor verandert de binding met je personeel, dat in de oude situatie meer uit een vast team bestond.’
Klinkt niet positief.
‘Nou, de wereld verandert en dit kan een gevolg zijn. Zelf vond ik het ook altijd leuk om een team te hebben en daarmee mee te groeien, maar goed. Aan de andere kant, als je allemaal in James zit, is het ook een grote familie die samen groeit.’
Een app is geen familie.
‘Hoezo niet? Je kunt via James ook steeds dezelfde mensen uitvragen.’
Ja, de ene dag hier, de andere dag daar.
‘Dat is voor de medewerker hartstikke fijn. Die kan kiezen en staat centraal door de app. Vroeger lag die macht alleen bij de opdrachtgever. Het is gewoon marktwerking. Als je nu een auto zou maken zoals in 1918…’
...krijg je een T-Ford.
‘Daar mag je de stad niet eens meer mee in.’
Waarom heeft de klant geen rol in James?
‘De gast. Die heeft al zoveel te doen. Opletten of hij wel gezien wordt en honderd keer antwoorden of het lekker is. En dan ook nog eens raten? Laat die gast lekker met rust en genieten. Wat vind jij eigenlijk van de naam James?’
Mooi.
‘En ook passen bij het bedrijf?’
James klinkt iets te onderdanig. Het heeft te weinig…
‘...ballen.’
James doet altijd wat je vraagt.
‘Dat is ook eigenlijk het idee erachter.’