Denk jij bij het woord ‘dakloze’ aan een magere man van middelbare leeftijd die op straat voor kleingeld bedelt om aan zijn verslaving te voldoen? Een hard groeiende groep daklozen komt totaal niet overeen met dit beeld. Veel van hen zijn namelijk economisch dakloos.

Zelfredzame of zelfstandige daklozen worden ze ook wel genoemd. Ze hebben gewoon een baan, meestal ook wel wat geld, maar ze krijgen geen plek veroverd in de oververhitte woningmarkt. En dus slapen ze bij vrienden of familie, in hun auto of wisselen ze elke paar maanden van antikraak-woning. Het is een groeiend probleem waar vooralsnog geen oplossing voor in het zicht is.

de onzichtbare groep

Omdat economisch daklozen meestal dagelijks op de werkvloer moeten verschijnen zien ze er zelden slonzig uit. Niet alleen voor de baas, maar ook uit enige schaamte. Het is niet fijn om geassocieerd te worden met de niet-zelfredzame daklozen die kampen met psychische problemen of verslaving.

Dat zorgt voor een kettingreactie in de administratie: het exacte aantal economisch daklozen is onduidelijke omdat ze zelden aankloppen bij instanties die onderdak bieden. De sfeer bij een nachtopvang, zeker in de winter als tientallen samen in een zaal slapen, kan behoorlijk grimmig zijn.

Zeker als je jong bent is het kiezen tussen twee kwaden, en dan is een bank bij een vriend of in een park de minst kwade. Voor die keuze kwam ook de negentienjarige Carmen te staan, die een maand zo moest leven voordat ze bij de crisisopvang terecht kon.

Het zou dus goed kunnen dat iemand in je omgeving economisch dakloos is zonder dat je het weet. Van dit relatief nieuwe probleem zijn weinig cijfers bekend, waardoor er voor de politiek weinig reden is om dit probleem prioriteit te geven. Immers, de cijfers van het CBS laten zien dat de stijging van het aantal daklozen tot stilstand is gekomen.

de aanleiding

Veel economisch daklozen verliezen hun huis als een relatie wordt verbroken (al dan niet naar aanleiding van huiselijk geweld), of hun werkgever failliet gaat waardoor je je huidige huur of hypotheek niet meer kan betalen. Het kan ook gebeuren dat je in het buitenland woonde, terug naar Nederland komt vanwege mantelzorg voor je ouders of familie, en geen plek kan krijgen op de woningmarkt. Je hebt dan te weinig geld voor een koophuis of om de torenhoge huur te betalen, maar te veel om in aanmerking te komen voor sociale huur.

Huisvesting is een mensenrecht, en in de grondwet staat dat de overheid moet faciliteren dat iedereen een dak boven z’n hoofd heeft. Daar gaat iets mis. Wanneer economisch daklozen zich melden bij de crisisopvang krijgen ze geen prioriteit omdat er geen psychische problemen zijn. Ze zijn immers ‘zelfredzaam’. Maar wekenlang rondzwerven sloopt je. Het is uitzichtloos.

Noud Manders (30) belandde in deze situatie. Door ziekte en een paar verkeerde keuzes kon hij zijn huur in Amsterdam niet meer betalen en belandde hij op straat. Dat was zo gebleven als de pandemie niet ineens opdook. ‘Dankzij’ corona kon hij als zelfredzame dakloze binnen slapen, want de overheid wilde het niet hebben dat daklozen op straat bleven rondzwerven tijdens de lockdown.

Uiteindelijk kreeg hij met financiële hulp van zijn moeder zijn leven weer op de rit en woont hij nu in een stacaravan in Brabant, maar uitzicht op een huis is er voorlopig niet.

de oorzaak

Een ander probleem: bureaucratie. Wanneer je je baan en je huis kwijtraakt, kan je niet zomaar een nieuwe baan beginnen. Daarvoor moet je namelijk een geldig legitimatiebewijs hebben. Maar als je niet ingeschreven staat bij een gemeente kan je een verlopen paspoort niet verlengen. En dus blijf je zonder baan zitten. En zonder baan geen spaargeld voor een huis.

Bureaucratie hapt ook toe wanneer een economisch dakloze voor enige tijd bij iemand anders woont. Die kan het recht op huurtoeslag verliezen, waardoor je er dus op achteruit gaat wanneer je iemand wil helpen. Gelukkig ontstaan er steeds meer projecten die onderdak bij vrijwilligers faciliteren. Zij maken dan afspraken met de gemeente zodat de hoofdhuurder het recht op huurtoeslag niet verliest.

Uiteindelijk is alles te herleiden naar het beleid dat de overheid de afgelopen decennia heeft gevoerd in de woningmarkt. Dat beleid richtte zich op het inkrimpen van de sociale huurvoorraad om plaats te maken voor een meer commerciële woningmarkt. Een markt waar vooral rijke (buitenlandse) investeerders van kunnen profiteren, maar die voor een steeds groter deel van de Nederlandse bevolking niet meer toegankelijk is. Van woonrecht naar woonmarkt dus.

Stadschoreograaf Cody Hochstenbach legt het kort uit in deze videobrief aan de minister, waarin haar oproept om aan haar humanitaire plicht te voldoen en de volkshuisvesting weer te omarmen.

Het verbod op kraken, de jubelton, tijdelijke huurcontracten en de introductie van wettelijke inkomensgrenzen voor sociale huur zijn slechts een paar aspecten die hebben bijgedragen aan de enorme kloof die is ontstaan tussen daklozen, huurders en woningbezitters, stelt ook antropoloog Jeske Jongerius. De rijken plukken de vruchten, aan de armsten wordt gedacht, maar de middenklasse is de dupe.

de oplossing

Kort door de bocht is de oplossing: we hebben meer woningen nodig. Vooral voor de middenklasse. De gemeente Rijswijk nam als eerste het heft in eigen handen en begon met de bouw van middenhuurwoningen, want van dat type komen we er minimaal 80.000 tekort. De particuliere bouwsector richt zich hier niet op omdat in de hogere prijsklasse meer geld te verdienen valt, is de gedachte.

Al krijgt dat standpunt ook veel weerstand. Gemeenten krijgen op hun beurt weer het verwijt dat ze te ingewikkelde regels hebben waardoor bouwprojecten onnodig ingewikkeld en duur worden.

De regering is zich wel degelijk bewust van het probleem, blijkt uit het nieuws uit 2020 dat er 10.000 extra woonplekken voor daklozen zouden worden gebouwd vóór 2022 en er €200 miljoen beschikbaar is voor de begeleiding van dak- en thuisloze mensen.

In december 2021 bleek echter dat er door gemeenten slechts 6.000 tot 7.000 woningen gerealiseerd zijn. Toch zit er beweging in: verschillende grote steden stellen nu een zelfbewoningsplicht in. Lees er meer over in dit artikel over hoe de huizenmarkt de oorzaak is tussen de kloof tussen arm en rijk.

'Als je deze situatie vanuit het collectief bekijkt, zie je dat het systeem zelf zo lek is als een mandje. Toch blijft de politiek dweilen met de kraan open.'

Zo stelt antropoloog Jongerius. ‘Om een weg uit deze wooncrisis te kiezen, moeten we op een andere manier gaan kijken naar wonen. Als ieders goed recht, in plaats van primair een markt. Als een collectieve zaak, in plaats van een probleem van het individu. Met huizen als plekken om in te leven, in plaats van objecten om flink aan te verdienen.’

We moeten niet alleen woningen bijbouwen, we moeten de woningvoorraad ook eerlijker verdelen, vindt Marja Elsinga, hoogleraar Housing Institutions and Governance aan de TU Delft. Doordat ouderen lang in grote huizen blijven wonen stagneert de keten, en dat is deels te wijten aan het politieke beleid om ouderen langer zelfstandig te laten wonen.

Overal verschijnen particuliere initiatieven met mogelijke oplossingen. Meer tiny houses, terug naar de woongroepen, met vrienden een huis kopen en aan jezelf verhuren of wonen in een camper. In Half Holland dakloos zie je zulke (noodgedwongen) oplossingen in heel Nederland. Creatief, maar geen structurele oplossing. 

De bal ligt bij de overheid. Tot de bevrijdende oplossing zich daadwerkelijk aanbiedt zullen we moeten roeien met de riemen die we hebben.