Een van de tien beloften is kogelstootster en discuswerpster Alida van Daalen. Een pas 16-jarige Rotterdamse met een bijzonder verhaal, voor wie de sport letterlijk een reddingsboei is geweest.

Zo lijdt Alida aan de pigmentziekte vitiligo, waardoor haar huid de zon niet goed verdraagt. Als kind woonde ze vanaf haar vijfde een aantal jaar in Suriname, het land van haar moeder; oud-atlete Jacqueline Goormachtigh. Maar in de tropische zon liep ze bijna dagelijks tweedegraads brandwonden op. Reden voor de familie om uiteindelijk terug te verhuizen naar Nederland. ‘Door die huidziekte gaat mijn pigment weg en daarom heb ik allemaal witte plekken op mijn huid. Het zit over m’n hele lichaam, maar vooral op mijn benen, knieën en armen. Toen ik terugkwam uit Suriname viel het heel extra op. Want ik was heel erg bruin geworden en daar staken die vlekken tegen af. Ik raakte mijn zelfvertrouwen kwijt. Kon er ook niet goed over praten. Op school werd ik gepest. Dan noemden ze me koe bijvoorbeeld. Of oma, omdat ik grijze haren kreeg door het pigmentverlies. Het was moeilijk om er mee om te gaan,  maar je raakt eraan gewend en ik realiseer me nu  amper nog dat ik het heb. Alleen wanneer mensen zeggen; ‘Goh wat heb je op je benen? Dan denk ik; ‘Oh ja ik heb het nog’.

De sport speelde in dat proces van acceptatie een belangrijke rol; ‘Ik het begin durfde ik tijdens wedstrijden niet in korte broek te lopen, maar nu wel. Omdat ze me binnen de atletiek altijd hebben geaccepteerd zoals ik ben. Toen ik ook nog eens goed bleek te zijn heb ik mijn zelfvertrouwen weer wat op kunnen bouwen en nu sta ik dan waar ik sta en ben ik wie ik ben. Dat is best wel bijzonder eigenlijk en in die zin is de sport heel erg belangrijk voor me geweest’.

Ondertussen is het doel duidelijk: als jongste deelnemer ooit naar de Olympische Spelen van 2020 én uitgroeien tot boegbeeld voor andere mensen met vitiligo. ‘Ik heb een tijd als droom gehad om het eerste vitiligo-model te worden, maar je hebt Winona Harlow ook al. Die vind ik echt geweldig. Ze laat gewoon zien wie ze is en dat het helemaal niet belangrijk is hoe je eruit ziet. Dat je met vitiligo hetzelfde bent als iedereen. Michael Jackson heeft ook vitiligo gehad. Daar kwam ik later pas achter. Ik weet nog dat ik dacht; gelukkig, ik ben niet de enige die dit heeft. En dat hielp allemaal best wel. Dus nu wil ik dat voorbeeld zijn binnen de sport. Wie weet hebben anderen er ook wat aan’.

En dan is er nog die ándere ambitie. Om het kogelstoten en het discuswerpen, twee atletiek-onderdelen die vaak in de schaduw staan van de loopnummers, ook in Nederland op de kaart te zetten. ‘Ik hou ervan om een doel te stellen. Het is onderdeel van mijn karakter. Ik ben een doorzetter en ga altijd voor goud. Maar het gaat me om meer dan alleen maar winnen. Ik zou ook graag een soort Dafne Schippers willen worden op de werp-onderdelen. Dat als mensen me op televisie zien, dat ze dan meteen zeggen; hé, dat is zij, die discuswerpster’.  De behoefte om meer meer aandacht te vragen voor de werponderdelen binnen de atletiek, is geworteld in Alida’s liefde voor de twee technische disciplines en omdat vaak een verkeerd beeld bestaat van de sport.  Van Daalen; ‘Discuswerpen lijkt bijvoorbeeld ook een beetje op ballet. Dat zit ‘m in de beweging. Het is sierlijk, technisch maar het komt ook op kracht aan. Die combinatie, dat vind ik echt supermooi’.

Niet dat er sprake was van liefde op het eerste gezicht. Alida: ‘Ik weet nog dat ik voor het eerst een kogel in mijn handen kreeg. Ik vond het maar een raar ding en snapte niet wat ik er precies mee aan moest’.  

Ze moet in die tijd een jaar of acht zijn geweest. Haar moeder en coach Jacqueline Goormachtigh, zelf ook oud-kogelstootster en discuswerpster en nog deelnemer aan de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, had haar dochter voor de aardigheid een keer meegenomen naar een training. ‘Zonder vooropgezet plan trouwens. Maar zoals dat dan gaat probeer je eerst de meerkamp uit en dan kom je er vanzelf achter wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Al snel bleek haar talent voor de werpnummers, dus dat was wel grappig’, aldus Goormachtigh.

En toen begon ze ook nog eens te groeien. In razendtempo haar leeftijdsgenootjes voorbij. Jongens én meisjes. De teller staat inmiddels stil bij 1 meter 90. ‘Toen ik nog jonger was en vaak een kop groter dan de rest, zag je soms wel dat kinderen zich doodschrokken en dachten dat ik meedeed in de verkeerde leeftijdscategorie. Meestal denken mensen ook meteen aan van die lange slungels, maar dat ben ik totaal niet. Ik heb sterke schouders, ben heel krachtig. Ik heb ook schoenmaat 43,5 trouwens. Dus dat betekent bij de mannen kijken, haha. Maar ik vind het allemaal helemaal niet erg. Want ik haal er binnen mijn sport ook voordeel uit.’.

Ik zou ook graag een soort Dafne Schippers willen worden op de werp-onderdelen.

Vanaf haar twaalfde heeft ze zich volledig toegelegd op discus en kogel. Natuurlijk speelde bij die keuze mee dat haar moeder ooit ook aan die disciplines deed. ‘Ik wil haar heel graag opvolgen en het liefst verder komen dan dat zij ooit is geweest. En het Nederlands record van Corrie de Bruin verbeteren natuurlijk, dat zou ook wel mooi zijn, want zij was vroeger de rivaal van mijn moeder’. ‘Maar toen ik jonger was speelde dat nog helemaal niet mee. Ik wist niet eens dat mijn moeder zelf een bekende sporter was geweest. Daar had ze het bijna nooit over. Ze wilde mij daar niet mee belasten denk ik, maar inmiddels heb ik wel allerlei krantenstukjes over haar carriere gevonden onderin in de kast. En de Playboy trouwens ook, waar ze ooit als allereerste atlete instond. Dat was dan wel weer, tsja, hoe zal ik het zeggen; minder…haha’.

Wat goed is komt snel, is een wat afgesleten cliché maar geldt zeker voor Alida van Daalen die met zevenmijlslaarzen door de verschillende leeftijdscategoriën dendert. Die als B-juniore ondertussen ook al indruk maakt op senioren niveau én al internationale successen boekt. Zo werd ze dit jaar al tweede en derde tijdens het EK onder de 18 jaar en won ze in 2017 goud én zilver tijdens het European Youth Olympic Festival. In het Hongaarse Györ maakte ze indruk in de finale met een worp van ruim boven de zestien meter, een vet persoonlijk record. Van Daalen versloeg daarmee – op papier – oudere en veel sterker geachte kogelstootsters, inclusief een potige Belg en een aantal zwaargewichten uit Oost-Europa. Haar moeder Jacqueline Goormachtigh stond erbij en keek ernaar. Terwijl Alida in Gyor daar zomaar op het hoogste treetje stond. Vol trots natuurlijk. Om chef de mission Pieter van den Hoogenband ondertussen langs de kant van de baan uit te leggen dat het verhaal gelukkig niet altijd op gaat dat je voor kogelstoten ook zelf een kolos moet zijn. ‘Want uiteindelijk draait alles om techniek’.

En óf Alida techniek heeft. ‘Tel daar haar lengte, kracht en winnaarsmentaliteit nog eens bij op’, aldus Jacqueline. ‘Dat laatste heeft ze trouwens van haar vader. Ik vond het vaak al goed genoeg als ik de finale had gehaald. Alida wil maar één ding; winnen’. 

Alida: ‘Als er iemand dood neer zou vallen naast de baan zou mijn moeder meteen gaan helpen. Ik zou met mijn eigen wedstrijd bezig blijven denk ik. Zo erg verschillen wij qua sportmentaliteit. Ik lijk in die zin meer op mijn vader. Die is ook harder, strenger voor zichzelf’.

Die vader is Hans van Daalen, wiskundeleraar van beroep en op de achtergrond net zo belangrijk als moeder maar op en langs de atletiekbaan gaat het vooral om Alida en Jacqueline. Een vrolijk duo. De een extravert en uitgesproken, de ander ingetogen en oplettend. Ze zijn bijna altijd samen. Je zou je conflicten voor kunnen stellen, zoals in de relatie van iedere moeder en dochter, maar de combinatie werkt. Alida: ‘Als ik ooit naar de Olympische Spelen ga, dan wil ik haar ook perse als trainer mee. Ze is de enige die mij echt goed kent, wat ik allemaal heb doorgemaakt. Zij weet wat het beste voor me is. Al haar ervaring, dat geeft ze allemaal aan mij door. Mijn moeder is echt heel erg belangrijk voor me’.

Terug naar de Olympische Spelen, dat ultieme doel. En de weg ernaartoe, die door Alida al helemaal is uitgestippeld. Zo weet ze dat de kans het grootst is dat ze zich in 2020 plaatst voor het onderdeel discuswerpen. ‘Met kogelstoten moet ik vanaf volgend jaar met een zwaarder gewicht stoten, daar zal ik aan moeten wennen. Met discuswerpen blijft het vanaf nu allemaal hetzelfde. En dan heb ik nog zo’n 2 jaar om voor die limiet te gaan. Ik heb echt het vertrouwen dat dat goed gaat komen. Ik wil daar staan, ik wil het zien, ik wil het voelen. En in 2024 wordt het knallen voor het podium. Proberen goud te halen, sowieso. Dat is echt mijn droom’.