Duncan Stutterheim over zijn cv der mislukkingen

'Ik begon gewoon ergens mee'

Alles wat ondernemer Duncan Stutterheim (1971) aanraakt, verandert in goud: van partyorganisatie ID&T tot de A’DAM Toren. Tenminste, zo lijkt het, maar is dit ook zo? Op verzoek van de VPRO dook Stutterheim in zijn verleden, op zoek naar de schijnbare mislukkingen die hem hebben gemaakt tot wie hij nu is.

Tekst door Jonathan Maas, videoportret door Karen van Dijk

‘Als jongetje wilde ik hersenchirurg worden. Ik had ooit een documentaire gezien over hersenen en dat vond ik fascinerend. Dit betekende dat ik gymnasium moest doen. Dat ging goed tot ik begon te puberen, Ajax en de iT ontdekte en begon met uitgaan en drinken. Op school ging ik ineens van nul naar zestig procent verzuim. Toen moest ik terug naar 4 vwo. Bij het examen werd ik twee jaar later gepakt wegens afkijken en moest ik van school af. Ik heb nog volwassenenonderwijs geprobeerd, maar volgens mij heb ik daar geen enkel vak gehaald. In 1992 richtte ik id&t op en in de Utrechtse Jaarbeurs vond het eerste feest plaats: The Final Exam. Dat was een succes, maar een jaar later liep het tijdens Thunderdome, ook in de Jaarbeurs, bij de garderobe volledig uit de hand. Een groepje bezoekers besloot over de balie te springen en zelf jassen te pakken. Dat werden er al snel vijftig, toen honderd en op een gegeven moment nam iedereen mee waar-ie zin in had. Een hel. Duizenden jassen weg. We waren daar als organisatie niet tegen verzekerd. 


In 1993 was de tweede editie van Mysteryland. Die hadden we veel te duur geproduceerd en er kwamen te weinig bezoekers op af: 17.000 mensen in plaats van de 25.000 waar we op hadden gerekend. Het leverde ons een schuld op van 800.000 gulden. We gingen failliet. Een behoorlijke setback, maar we waren inventief en wisten het redelijk op te lossen. Arcade maakte in die tijd namelijk een succesvolle cd-reeks met mixen, gelieerd aan onze feesten Thunderdome en Mysteryland, en dat werd onze inkomstenbron. We wisten een deal te sluiten met de leveranciers van het feest, zodat we na anderhalf jaar met het geld van de cd’s onze schuld konden aflossen.

'Zo rond 1998, 1999 besloot ik een radiostation op te zetten: Slam!fm. Mijn grootste debacle'

Destijds voelde ik niet goed aan dat gabber een trend was. Ik zat midden in die gabberbubbel; het was een hype, niet duurzaam. En ik was onbesuisd. Zo rond 1998, 1999 besloot ik een radiostation op te zetten: Slam!fm [tegenwoordig Slam!, red.]. Mijn grootste debacle. Ik onderschatte wat er bij professioneel radiomaken komt kijken. Je moet minstens 25 mensen op de loonlijst hebben, redacteurs en technici. Dit kost al snel zo’n twee ton per maand en dat was niet begroot. Ons marktaandeel bleef flink achter. Binnen twee jaar hadden we al ons geld verspeeld: elf miljoen down the drain. Ik kon gelukkig geld van mijn vader lenen en wist een fusie met een zusterbedrijf te forceren, van daaruit kon ik weer opbouwen. 

In 2000 opende ik een cocktailbar in de Amsterdamse Pijp: Madam Jeannette. Meteen rijen voor de deur, maar supertrendy, dus na anderhalf jaar stond de rij voor een andere hippe tent. Ik verloor er bijna een miljoen op. Ik ben ook helemaal geen horecaondernemer. Achteraf vraag je je af: hoe kwam ik erbij om het dan te doen? Maar de energie was destijds: overal gas op: bam, bam, bam! Een magazine, een feest, een strandtent en een radiostation. In 2004 startte ik Cineac, een club vlak bij het Rembrandtplein, ook weer een flop. Kappen met die onzin, dacht ik daarna. Waar zijn we goed in? In onze feesten. Dus heb ik alles verkocht en ben me op de feesten gaan focussen.

‘Ik heb bij elke flop met opgeheven hoofd naar een oplossing gezocht’

Vanaf 2005 zijn we met Sensation de wereld in gegaan. Een megasucces en een trip van tien jaar lang. Toch hebben we ook daarmee kleine flops meegemaakt. Zo gingen we in zee met een hagelslagimporteur, Cees Hagelslag, die lokale dingen voor onze feesten regelde – security, locatie, geluid, et cetera – en op een gegeven moment met de noorderzon vertrokken was. Ik heb ook een keer een verkeerde act geprogrammeerd: Rob Gee, een hardcore-dj met een liveband die het publiek voor geen meter trok. Mensen gingen op de dansvloer zitten en iemand sprong het podium op en begon op een muzikant in te slaan, waarna de andere bandleden op hem begonnen in te meppen. 

Mijn bedrijf id&t werd in 2013 in een miljoenendeal overgenomen door het enorme Amerikaanse sfx. Ik stapte er in 2015 uit, kort daarop stortte sfx in elkaar. Ik heb geleerd van mijn fouten. Bij Slam!fm had ik tachtig procent van de aandelen, dat heb ik daarna nooit meer gedaan. Ik ben partnerships gaan bouwen en ben voor veertig procent aandeelhouder geworden. Weet je, in het begin lukte alles. Ik was een wonderboy, een zonnekoning. Tot het misging. Ik heb bij elke flop met opgeheven hoofd naar een oplossing gezocht, ik geef nooit op. En ik ben halverwege mijn carrière kritischer naar mezelf gaan kijken, ben risico’s af gaan dekken en bewuster gaan ondernemen. Partnerships kwamen vroeger niet eens in me op. Ik begon gewoon ergens mee. Marktonderzoek heb ik ook nooit gedaan, ik heb alleen dingen ondernomen die ik zelf tof vind. En je kunt nu eenmaal niet ondernemen zonder het risico op mislukking.’